Op haar twaalfde is de Amerikaanse Reeve ontvoerd door de pedofiele psychopaat Flint die haar opsloot in zijn kelder en haar vier jaar martelde. Toen hij haar wilde verplaatsen en een auto-ongeluk kreeg, kwam alles uit, werd hij gearresteerd en veroordeeld. Dat Flint nu in de streng bewaakte forensische afdeling van een psychiatrische kliniek zit is voor Reeve (23), die haar naam veranderde en nu studeert in San Francisco, een grote geruststelling. Maar dan lukt het Flint te ontsnappen door de kliniekkapper te vermoorden, waarna hij eenmaal buiten nog een moord pleegt. Al gauw wordt duidelijk dat hij geobsedeerd is door Reeve en haar hoe dan ook wil vinden. Dit is de tweede thriller van de Amerikaanse auteur die eerder non-fictie schreef over ontvoeringen voordat ze in 2014 debuteerde met de geprezen psychologische thriller ‘Langs de afgrond’*. Daarop is deze goed vertaalde tweede een zelfstandig te lezen vervolg, waarin Reeve ook weer centraal staat. Het is een uitstekend geschreven, vaak verrassende psychologische thriller die bloedstollend spannend is, vooral in de laatste krachtmeting tussen Reeve en Flint. Verberg tekst