Stapsgewijs en in eenvoudige taal komen allerlei aspecten van paardrijden aan bod. De informatie is verdeeld over vier hoofdthema's. Daarbinnen beslaat elk hoofdstuk twee pagina’s. Eerst wordt uitgelegd hoe het boek gebruikt dient te worden. Men begint met 'paardentaal' om vervolgens heel summier in te gaan op onder meer enkele rassen, kleur, aftekeningen en exterieur (beschrijving van hoe het paard eruit ziet). Daarna begint de eerste les om zo een aantal facetten van de rijkunst en de sport te behandelen. Het geheel ziet er aantrekkelijk uit, met een overzichtelijke bladspiegel, korte tekstblokken en veel mooie kleurenfoto’s. Jammer genoeg laat de vertaling te wensen over: een halstertouw heet geen longe, op de foto staat een renet en geen kapmes, een bruin paard heeft altijd zwarte benen en staart in tegenstelling tot een vos, enz. Ook ponymeisjes, die vaak alles willen lezen wat met paarden te maken heeft, zijn gebaat bij juiste informatie. Het boek eindigt met een verklarende woordenlijst, een register, fotoverantwoording en dankbetuiging. Vanaf ca. 8 t/m 11 jaar; ook geschikt voor kinderen vanaf ca. 10 jaar die moeite hebben met lezen. Verberg tekst