Geschiedenis, religie, mythen en legenden verdeeld over twee tijdsperioden: de huidige en die van achthonderd jaar geleden, ziedaar de elementen die de cocktail van Het verloren labyrint uitmaken.

In de zomer van 2005 in de Pyreneëen nabij Carcasonne valt Alice, een archeologe, letterlijk op de vondst van haar leven: twee bijna tot stof vergane skeletten, vreemde tekens op de wand van een grot, een ring en een lederen buidel met mysterieuze inhoud.

De parallelvertelling start in het volgende hoofdstuk. We zijn dan zomer 1209, op de vooravond van de kruistocht naar Carcasonne teneinde de ketterijen van de Catharen te bedwingen. Alais (let op klankovereenkomst met Alice!) die zich ophoudt binnen de vestingmuren van de stad, krijgt van haar vader een ring en documenten. De documenten bevatten het geheim van de Heilige Graal en de ring draagt een inscriptie van het labyrint dat leidt naar de bewaker van de Graal. Haar opdracht bestaat erin deze geheimen veilig te stellen en uit handen te houden van het kerkelijk leger dat Carcasonne belegert.

In de 21e eeuw blijkt de middeleeuwse familie Pelletier nog altijd vertegenwoordigers te tellen die net zo uit zijn op deze ring en bijbehorende documenten als hun voorouders, en er dan ook alles voor over hebben om ze in handen te krijgen.

Het verloren labyrint is de zoveelste esoterisch-historische roman, opgezet als een episch-panoramisch drama dat eeuwen overspant, maar spijtig genoeg blijft steken in oppervlakkigheden en clichés. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van de schrijver, een aantal belangrijke personages wordt veel te laat in het verhaal geïntroduceerd, en de stijl, vooral in de dialogen, blijft haperen tussen het heden en een ver verleden. Boeken over de kruistochten tegen de ketterse Catharen hebben inmiddels blijkbaar hun hoogtepunt bereikt. [Staf Schoeters] Verberg tekst

Twee met elkaar verbonden verhalen wisselen elkaar af, het een speelt in 2005, het ander in 1209. In 2005 ontdekt Alice tijdens een archeologische opgraving in een grot in de Franse streek Languedoc twee eeuwenoude skeletten, een op de wand gekerfd labyrint en een ring met dezelfde afbeelding. Ondanks de dreigende sfeer er omheen, gaat ze op onderzoek uit. In 1209 in dezelfde streek, ten tijde van de kruistocht van de kerk en de Noord-Franse edelen tegen de Katharen (destijds een grote religieuze sekte in Zuid-Frankrijk), moet het meisje Alaïs van haar vader een geheim boek over de heilige Graal in veiligheid brengen. De auteur heeft het graalthema origineel verwerkt in deze goed geschreven, kleurrijke, historische thriller. Goed gedocumenteerd, met innemende heldinnen, een mooie intrige, mystiek, spanning en wat romantiek. De sfeer van de middeleeuwen, het Franse landschap en de taal daar toen - het Oc -, zijn mooi door het verhaal verweven. Met voor- en nawoord, beknopte bibliografie en Occitaanse woordenlijst. Paperback, kleine druk. Verberg tekst